Harkstede/ Ten Boer,
Januari 2000
Het onvergetelijke leven van Eilko Bronsema
.
We hadden van de ontberingen van Bronsema gehoord ..En gingen daardoor hen opzoeken in Ten Boer.
De ontvangst was hartelijk, open en eerlijk. Mevrouw Bronsema kwam al spoedig met. de vraag" koffie of thee_' Het laatste werd met algemene stemmen aangenomen.
In grote lijnen werd oud-Harkstede besproken.
Bronsema is geboren in 1924 te Ten Boer is later met zijn huisgenoten verhuisd naar het Lageland onder Harkstede waar pa werk vond bij boer Jan Dijkema aan het Eemskanaal.
Later is het gezin Bronsema nog weer verhuisd naar Zevenbuizen.
Een plaatsje tussen Harkstede en het Slochterdiep in de richting van Schaaphok en Woudbloem.
Nu daar heeft Eilko Bronsema zijn jeugd ook doorgebracht om zo rond 1930 de Christelijke school aan de Hamweg te Harkstede te bezoeken.
Een schooljuffrouw hadden we niet" aldus Bronsema .Wel 2 meesters. Meester Zijlema deed de lagere klassen .Meester Roukema de hogere.
Aan deze Christelijke school, die de naam Eben Haezer had, werd iedere maandagmorgen een psalm gezongen die een week tevoren was opgegeven.
En we kregen een cent mee voor het " nikkertje_ Als je de cent er in deed dan knikte het" Nikkertje”Het geld werd besteed voor goede doelen. Je leerde daar op school al vroeg aan een ander te denken. Een goed streven!.
Bronsema zijn medeleerlingen waren onder ander Gerrit Tamminga. Van Talo Tamminga. Willem Lenting die ook van de Hamweg kwam.
Aan het werk
Het moment kwam, dat je de school verliet en een vak moest kiezen. Eilko Bronsema wilde machinebankwerker worden .En dat is dan ook doorgegaan.
14 jaar oud en op “fietske” iedere dag naar de stad Groningen. Zijn medeleerlingen die ook uit Harkstede kwamen waren Wolter Freek Bos ,zijn broer Klaas, Roelf Gras en Hendrik Horst.
Door goed je best te doen, zoals Bronsema dat ook deed, behaalde hij zijn diploma.
En hij kreeg werk vlak bij .Bij smid Vos aan de hoofdweg te Scharmer. Nu hoofdweg 127. Mijn broer werkte hier ook. Bij smid Vos heb ik veel geleerd Hij was een goede werkmeester. Hij leerde mij het paarden beslaan. Als 15 -16 jarige jongen had ik nog nooit een 'Paard bij "de poot " gehad. Laat staan dat je hem, of een haar, van nieuwe ijzers moest voorzien. Maar met goede wil is er veel te bereiken. Als je maar luisteren wilt.
Na de paarden volgden de eggen, schoffelmachines en ploegen. Kortom alles wat de landbouw hier maar vroeg. Ja dat was een mooie tijd .
Ik was intern bij hen.
Intussen was ik wel 18 jaar geworden en we zaten we midden in de oorlog .
Het was midden 1942.Duitsland vroeg jonge mannen voor het arbeidsproces in Duitsland. De jonge Duitsers werden allemaal opgeroepen voor de oorlog. Ook Eilko kreeg bericht zich te melden om in Duitsland te gaan werken. Thuis werd deze moeilijke zaak besproken. Ons pa zei uiteindelijk ga maar niet. Duik maar onder. En dat ging door. We kregen een adres ergens in Groningen. Ik deed daar alle werkzaamheden mee op de boerderij.
De knecht van de boer waar ik ondergedoken was, zat voor hetzelfde feit.
Ook hij moest onderduiken .Nu dat deden we dan gezamenlijk. In de schuur kregen we een onderduikplaats van stropakken. We hadden in die tijd een behoorlijke vrijheid om buiten te mogen werken maar het was altijd uitkijken wie er aan kwam en wat die wou.
En eenmaal is het ons fataal geworden. We zaten gezamenlijk te eten toen de landwacht er aan kwam. Zij kwamen voor “controle “om de schapen tellen. Nou ja dat was dan niet anders. Helaas hebben ze ons gezien..Toen was het mis met ons. Wij moesten mee naar Zuidhorn. Op het politiebureau Daar kwam het eerste verhoor met het besluit de volgende dag naar het Martinikerkhof Groningen waar de bezetters huis hielden. Daar wij flinke jonge kerels waren, werden wij een prooi voor hen.
Amersfoort:
Het bericht kwam, dat wij naar Amersfoort zouden gaan. Een strafkamp in die jaren. Nu daar troffen we honderden van die jonge kerels zoals wij. Ze gingen jé_testen wat je in hun ogen waard was.
Met allemaal het bos in boomstobben kappen. Een wacht keek toe hoe je werken kon. Hoe handig en hoe sterk je was . Avonds moesten de boomstobben mee naar het kamp worden gedragen op de schouders van hen die hiervoor aangewezen werden. Later werden die stobben in stukken gehakt om dienst te doen als brandstof voor de te verwarmen ruimte. Het eten was krap aan voldoende.
In dit kamp heb ik zo ongeveer een half jaar gezeten" aldus een vlotte verteller na zoveel ellende te hebben meegemaakt. 'Want we zijn er nog lang niet.
De meeste ontberingen komen nog.
Op een morgen moesten we allemaal op het appel kom je was en. Een Duitser met allemaal balken en strepen en een doordringende stem zei dat we naar Berlijn moesten. Daar waren we nodig ." Ik zie hem nog lopen met zijn stokje in de hand. Jij wel en jij niet. Jongens met een blos op de wangen hadden zijn voorkeur Die waren gezond. En die konden daar goed werken.
In Berlijn
Per trein zijn we naar Berlijn vervoerd. Onvergetelijk waren de helse bombardementen. Als de sirenes gingen kropen wij als ratten in de rioleringsbuizen. In Berlijn zijn we 3 maand geweest
Naar Letland
Door wendingen van de oorlog werden we overgeplaatst naar de hoofdstad van Letland ,Riga._Daarbij te bedenken dat dit ook bezet gebied was van de Duitsers. Ons werk bestond uit schuilkelders bouwen voor een nabij gelegen ziekenhuis. Dit betonwerk was zwaar. Bovendien kregen we niet teveel eten. Een pluspunt was ,dat we geen luchtalarm kregen voor komende bombardementen. Ons gezelschap bestond uit' diverse nationaliteiten. Ook Duitsers.
Helaas kregen we griep. Nu dat werd deels opgelost door wat in de barakken te blijven en wat van dat poeder op snuiven. Vanuit de hoofdstad gingen we meer richting_zee. Barakken bouwen. En loopgraven graven.
Toen kwam de grote ommekeer. De Russen drongen steeds verder op. En het liep tegen het bevrijding . 5 mei 1945. Al die Duitse officieren en andere manschappen voelden zich nu bedreigd en knepen er tussen uit richting Duitsland. En wij bleven over.
Ik zie de Russen nog aankomen 11 zo vertelt Eilko verder. Vreselijk behendig op hun vlugge paardjes. Met hun geweer voor zich .Klaar voor alles.
Naar Siberië
"Hun komst heeft een onvergetelijke indruk op mij gemaakt" zo
vertelt Bronsema onverdroten verder. naar nu komt het. Zij zagen ons aan als Nationaal gezelschap voor Duitsers die hun land vernield hadden. Oorlog buit. Inpakken en weg wezen.
Het bericht kwam al spoedig. Klaar maken voor vertrek. De een zei dit de ander dat. Maar het beloofde niet veel goeds. Wat ook uit kwam. We werden dwars door de oorlogslinies getransporteerd. Levensgevaarlijk. Want wat waren wij. Nu een prooi van de Russen. Die niet wisten dat er ook onschuldige Nederlanders onder zaten die door de Duitsers dwangarbeid moesten verrichten. We werden ontluisd in hete ketels. Om die kleine beestjes maar dood te krijgen. Russische kleren aan en verder maar niks zeggen.
Toen maar op transport achter het Oeral gebergte Siberië in. Als ik me wel herinneren kan_hebben we er zo,n 10 dagen over gedaan om er te komen. Dan reed de trein we1 weer dan weer niet.
Mijn grote vriend was in die zeer moeilijke periode Roel Ybema uit Friesland. Uit Kollum kwam hij. Hij heeft ook een dagboek bijgehouden en er is later ook nog een boek van ons verschenen.
We werden tewerkgesteld in de kopermijnen .Onvergetelijk!
Ybema kon van die mooie stenen die net de mijnen kwam van die mooie mozaïeken maken. En wij maar werken in die kopermijn, wat zeer ongezond was. Wij werden zo geel als een Chinees. Ongekend. Maar de ene maand verstreek na de andere .Jullie beleefden hier de bevrijding. Wij moesten iedere dag diep de grond in omkopererts te winnen . Zo van half juni tot Oktober daar werken onder onmenselijke omstandigheden. Maar wat moesten we. We hadden ja verder niet te kiezen. Werken en proberen dit te overleven.
Ontdekking
De Russische leiding kwam plotseling tot de ontdekking dat er ook Nederlanders in het gezelschap zaten die niet schuldig waren aan de oorlog. Wij waren zo mager als een lat.
Ja, zegt mevrouw Bronsema, dat kwam mede door het slechte eten wat jullie kregen. Van vissenkoppen met nog de ogen er in en van die harde maïsbroden wordt je mager. Dat was wel zo,vult Bronsema verder aan .dat we in de kopermijnen werkte naar verhouding extra voedsel. kreeg. Maar die ongezonde lucht daar werd je zo geel van als een Chinees.
Tot overmaat van ramp werd "vriend"en collega Ybema ook nog ziek door die rot lucht Hij lag een paar barakken verder dan wij. Ziek te bed. Ik heb alle moeit gedaan hem een soort tegengif te geven tegen deze gevreesde gele ziekte.
Het mocht wel niet daarheen te gaan. Maar je doet wat voor een goede vriend. En hij heeft het gered. Hoe dan ook .Nog steeds zegt Roel menselijker wijze jij hebt me gered .
De Russen waren vriendelijker dan de Duitsers. En je mag het gerust weten .Ik had een Bijbeltje in de bovenzak van mijn kleren. Herhaaldelijk hebben ze geprobeerd me dit af te nemen. Dan de Duitsers en dan weer de Russen .Toen ik de Russen probeerde te vertellen dat dit een Biblio was en ze er wat in gingen lezen begonnen ze te lachen. Het is een geweldige troostvoor me geweest al die moeilijke jaren door.
Naar huis.
Van de Russen mochten wij eindelijk weg .Naar huis. Maar dat ging zo maar niet.
Van Siberië naar Harkstede is een heel eind. We hebben er maanden over gedaan aldus Bronsema I Ons transport was ook niet ideaa1.1n tegendee1. Van de veewagons hadden ze een stelling in gemaakt zodat er boven verdieping was en een: benedenverdieping. Dan weer rijden dan weer stoppen. Bewaar je geduld dan maar eens .Maar ook dit leer je wel. Uiteindelijk kwamen we aan bij Frankfort aan de Oder. In een verzamelplaats daar ging de franse Rode kruis zich liet ons bemoeien Wij kwamen in Maastricht aan . Het was 8 december 1945 In Maastricht werden we weer ontluisd en helemaal kaalgeschoren. En andere kleren aan. Nou en toen kregen we een reisbiljet Groningen en Friesland. Daar ging mijn grote vriend heen.